Wil je zelf een aardlekschakelaar in de groepenkast te plaatsen? Dat kan! In principe heb je hiervoor geen hulp van een elektricien nodig. In dit artikel lees je waar je rekening mee houden.
Een aardlekschakelaar plaatsen
Aardlekautomaten kun je gebruiken ter vervanging van een oude aardlekschakelaar, maar ook als je voor het eerst een aardlekschakelaar plaatst. Wanneer je het oude schakelsysteem wil vervangen, kun je gebruikmaken van de oude plaats in de groepenkast.
Als je een nieuw aardleksysteem wilt plaatsen, is het belangrijk dat er voldoende vrije modules in de elektriciteitskast aanwezig zijn. Hoeveel vrije plekken je nodig hebt, hangt af van het soort aardlekschakelaar dat in de groepenkast geplaatst wordt. Het kan gaan om een één-fase-schakelaar (tweepolig), maar ook een drie-fase-schakelaar (vierpolig) is een optie.
Componenten
Het soort groepenkast bepaalt welke aardlekschakelaar er aangesloten moet worden in de kast. Beschik je over een zogenoemde één-fase-groepenkast, dan wordt hierin een tweepolige schakelaar geplaatst. Dit type aardlekschakelaar wordt als component doorgaans aangeduid als '2P', wat staat voor tweepolig.
Een aardlekschakelaar met drie fases staat in het vakjargon bekend als '4P', een vierpolige schakelaar. Wanneer je installatieautomaat gebruikt, zoals de aardlekautomaten bij Elektrobode, zijn er 2P-aardlekschakelaars benodigd. Bij een driegroepenkast heb je 4P-schakelaars nodig. In een zogenoemde 1/3 fasegroepenkast kan ook een aardlek schakelaar gebruikt worden. Dan wordt een vierpolige hoofdschakelaar gebruikt, maar deze kan ook worden geïnstalleerd in een tweepolig aardlekschakelsysteem.
Qua breedtematen kun je uitgaan van de volgende afmetingen: een tweepolige schakelaar heeft een breedte van 2 modules, dat is 36 millimeter. Een vierpolige aardlek heeft een breedte van vier modules, dat is 72 millimeter.
De benodigde bedrading
Verder is de bedrading in groepenkasten een belangrijk aandachtspunt. Wanneer je over een 2P-aardlekschakelaar of een 4P-schakelaar beschikt, is een 4 mm2 elektriciteitsdraad tussen de groepen ofwel installatieautomaten enerzijds en de aardlekschakelaar anderzijds voldoende. Verbind je de aardlekschakelaar met de hoofdschakelaar, dan kan dit met een 6 mm2 draad. Sluit de aardlekschakelaar in de groepenkast aan op de DIN-rail, door deze er op vast te klikken en de draden vervolgens te verbinden.
Niet meer dan vier groepen
Belangrijk is om in de gaten te houden dat er niet mer dan vier groepen op een aardlekschakelaar aangebracht mogen worden. Een kracht- en fornuisgroep moeten ook als één groep worden beschouw en op het aardlekschakelsysteem aangesloten worden. Zorg dat de fornuisgroep aan een tweepolige aardlek verbonden is.